Bevriezen

We denken dat we de baas zijn over wie we zijn en hoe we reageren en wat we zeggen. Ik geloof daar niet zo in. Vaak reageer ik vanuit mijn emoties, vooral als ik kwaad ben. Ik vind het dan (vaak) wel terecht dat ik boos reageer, maar het levert niet altijd op wat ik wil. Soms, achteraf gezien, was het ook niet zo verstandig. En soms doe ik dingen waarvan ik me afvraag waarom ik ze doe.

Geen baas in eigen huis.

Ik heb daaruit geleerd dat ik veel minder de baas ben over mij zelf dan ik denk. Vaak reageer ik vanuit emoties. Dat hoeft niet fout zijn, vaak is dat zelfs prima. Maar waar het mij om gaat is hoe komt het dat ik zo reageer. Nu is een verklaring vanuit de psychologie wel te geven. En dat verduidelijkt ook wel veel. Uit hersenonderzoek blijkt dat onze ‘emotioneel systeem’ – om het maar even zo te noemen –  veel sneller reageert dan ons denken (ons cognitief systeem).  Zo eenvoudig is het niet maar het komt er wel op neer dat onze emoties meteen opspringen en ons verstand er achteraan komt.

Boosheid.

Dat kan nogal eens lastig zijn. Zo kan het zijn dat je zonder dat je het zelf echt in de hand hebt je last hebt van boosheidsaanvallen, woedeaanvallen. Voordat je het zelf dan goed en wel beseft ben je dan al ‘ontploft’, heb je dingen gezegd die meer kwetsend zijn dan je bedoelde of ben je je zelfbeheersing even kwijt. Het gebeurt als het ware als van zelf. En het lukt maar niet om daar de baas over te worden.

Ik doe het nooit goed genoeg

Een zelfde automatisme zie je als je verwijten krijgt. Ik maak het vaak mee dat mannen vertellen hoe ze alles uit de kast hebben gehaald om hun best te doen voor hun vrouw en dan toch te horen krijgen ‘dat ze er niet zijn’, of dat ze het niet goed doen. Met als gevolg dat de man dichtklapt. ‘Ik doe toch nooit genoeg’. Je valt terug in zwijgzaamheid.  Als een soort laatste schuilplaats. Je komt het meestal tegen in de woorden ‘dan klap ik dicht’. Het is alsof je je terug trekt in je bastion, de brug op haalt en de luiken dicht doet.  Tot je eigen verbazing lukt het daarna niet zomaar weer om de luiken te openen.  Alsof je verlamd bent. Zo kan je uren, of dagen, volharden in je zwijgen. Terwijl je eigenlijk anders wilt.

Wat gebeurt er?

In je relatie met anderen, of op je werk, kan dat veel gedoe met zich meebrengen. Je wilt niet zo zijn, maar je hebt het niet in de hand. Wat er gebeurt dat is dat je emoties de overhand hebben genomen en als het ware het stuur hebben over genomen. Blijkbaar is dat zo sterk dat je met je nuchtere verstand daar niet zomaar doorheen kunt breken. Je kunt daar diepgravend mee aan de gang wat daar onder zit. Soms is dat ook noodzakelijk. Vaak heeft dat te maken met wat je in je leven aan schade hebt opgelopen. Je boosheid of het dichtklappen is dan de manier geworden waarmee je hebt ‘overleeft’.

Je hebt als het ware een automatische reactie ontwikkeld waarmee je reageert. Die automatische reactie treedt dan ook op waar het niet echt nodig is, of waar je het anders wilt.

Wat kun je er aan doen?

Soms is het zo diep ingesleten dat het inderdaad nodig is om eerst schoon schip te maken met wat je aan schade hebt opgelopen. Het blijft wonderlijk, maar dat is een belangrijk winstpunt van de psychologie: soms moet je dingen uit het verleden weer oprakelen en doordat ze dan weer op tafel komen kun je ze verwerken. Dat is niet altijd nodig. Zeker in je relatie niet. Ik heb bij mijzelf gemerkt dat er twee dingen in mijn hoofd gaande zijn. Aan de ene kant is daar de emotie waardoor ik boos wordt of dichtklap. Aan de andere kant is daar ook altijd het verstand, mijn denken, dat dat aanziet. Ik kijk als het ware naar mij zelf en zie mijn boosheid of dat ik dichtklap.

Bevriezen

Daar zit ook de ruimte waarin je zelf iets kunt doen. Ik noem dat het ‘volwassen deel’ in jezelf. Voor de duidelijkheid: ik word boos, of ik voel dat ik dichtklap. Maar vlak daarop, bijna gelijktijdig, besef ik dat. En daar zit mijn ruimte om iets te doen. Want op dat moment heb ik de keuze om te ‘bevriezen’. Daarmee bedoel ik dat ik dan niet mijn emoties direct toelaat en mijn boosheid er uit gooi of helemaal dichtklap. Ik bevries mijn gevoel en vraag mij af wat ik wil doen met dat gevoel. Vaak biedt dat ene moment van vertraging mij de keuze om het anders te doen. Dan kies is er voor om mij niet door mijn boosheid mee te laten sleuren, maar om stevig op mij voeten te gaan staan en te zeggen ‘dat wil ik niet’ of ‘dat vind ik niet o.k.’ (ik moet dan mijn best doen om het goed te zeggen).

De praktijk.

Vanuit mijn eigen ervaring en vanuit de ervaring met de mannen aan wie ik dat uitleg heb ik ontdekt dat daar veel te winnen is. In de eerste plaats als je het maar vaak genoeg probeert merk je dat je daar beter in wordt. Dat leidt er toe dat ik minder boos word. Het leidt er ook toe dat ik duidelijker ben naar de ander wat ik wel of niet o.k. vind.  En het leidt er ook toe dat er meer ruimte komt om in te zien dat ik soms al te licht geraakt ben of de ander niet goed heb begrepen.

In de kou, uit de kou

Wat in relaties goed werkt is dat mannen nogal allergisch zijn voor verwijten. En laat vrouwen (in het algemeen) nogal eens de gewoonte hebben om hun man te verwijten. Ze bedoelen het niet als verwijt, ze willen zeggen wat ze graag willen. Alleen het wordt vaak verwoord als een verwijt.

De automatische reactie is dan dat de man dichtklapt. Beiden staan dan in de kou. Het aardige is als het je lukt om dan even te ‘bevriezen ‘ en niet dicht te klappen. In plaats daarvan even te duiken en het verwijt over je heen te laten komen.  Dat je dan de vaardigheid kunt ontwikkelen om oog te krijgen voor wat je vrouw van je verlangt. Als je dat lukt krijg je een ander reactie. Immers, dan ben je er voor haar. En is de kou uit de lucht.